Selecteer een pagina

Een circulaire kijk op woningconcepten

De afgelopen jaren is er een aanzienlijke toename zichtbaar van bedrijven die zich richten op de ontwikkeling en productie van geïndustrialiseerde woningbouw. Dit varieert van grote bouwbedrijven die hun aanbod van woningconcepten uitbreiden tot start-ups die werken met ‘nieuwe’ biobased en hernieuwbare bouwproducten en -materialen. Door de verscheidenheid aan woningconcepten die ook variëren in aard en omvang wordt het voor potentiële afnemers van de woningconcepten steeds lastiger om een juiste keuze te maken.

Die keuze wordt voornamelijk gemaakt op basis van vooraf gespecificeerde prestatienormen, waarbij de nadruk op kwaliteit, duurzaamheid en betaalbaarheid ligt. Om in deze behoefte te voorzien is door het Netwerk Conceptueel Bouwen, Cirkelstad, City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen, Platform PREFAB, Marjet Rutten en Alba Concepts een onderzoek uitgevoerd.

De afgelopen maanden is er nauw samengewerkt met meer dan 20 aanbieders van woningconcepten, waarbij uitgebreide data en informatie is verzameld en inhoudelijke discussies zijn gevoerd over de potentieel te verbeteren aspecten van het eigen woningconcept. Het resultaat van deze inspanningen is de lancering van een informatieve brochure met twee centrale doelstellingen:

1. Het informeren van opdrachtgevers over beschikbare woningconcepten
De brochure biedt opdrachtgevers een overzicht van de diverse beschikbare woningconcepten, met specifieke aandacht voor de prestaties op het gebied van circulair bouwen.

2. Conceptaanbieders inzicht geven in hun circulaire scores
Voor conceptaanbieders biedt de brochure waardevolle inzichten in hun eigen circulaire scores, waarmee ze kunnen werken aan het verbeteren van de circulariteit van hun woningconcepten en het optimaliseren van de prestaties.

Voor 20 woningconcepten is door Alba Concepts een doorrekening gemaakt op de verschillende thema’s uit Het Nieuwe Normaal (V0.6). Hierbij is o.a. gebruik gemaakt van het meetinstrument BCI Gebouw. Daarnaast is de brochure aangevuld met woningconcepten van aanbieders die gereageerd hebben op een oproep van Marjet Rutten.

Wij zijn ervan overtuigd dat deze brochure een waardevolle een bijdrage kan leveren door circulariteit bij woningconcepten te stimuleren. De brochure helpt enerzijds opdrachtgevers om weloverwogen beslissingen te nemen en anderzijds voor conceptaanbieders om hun circulaire ambities te verwezenlijken.

De brochure kun je hier downloaden.

Meer weten? Neem contact op met Jip van Grinsven

Het onderzoek is zeer zorgvuldig uitgevoerd en vraagt op onderdelen een nadere toelichting. Bij de doorrekeningen van de 20 woningconcepten op HNN (V0.6) zijn de volgende aandachtspunten relevant:

1. De berekeningen en de bijbehorende resultaten zijn projectspecifiek en zijn gebaseerd op context- en locatiespecifieke uitgangspunten, zoals de ondergrond en benodigde fundering. Dit betekent dat de resultaten van de berekeningen van de woningconcepten niet altijd één op één met elkaar kunnen worden vergeleken.

2. In deze studie volgen wij voor de milieu-impact (MPG) en materiaalgebonden CO2-emissies (MPG-2) de Bepalingsmethode van de Nationale MilieuDatabase (NMD). Deze methode geeft de uitgangspunten voor de MPG en MPG-2 en vereist het gebruik van specifieke karakterisatiefactoren. Deze factoren maken het mogelijk de verschillende emissies – bijvoorbeeld CO2-uitstoot (GWP) – te vertalen naar gestandaardiseerde milieu-impactcategorieën. Het Nederlandse systeem weegt vervolgens de schadelijkheid van deze categorieën naar een milieukostenindicator (MKI) per product of gebouw (de MilieuPrestatie Gebouwen, oftewel de MPG). De karakterisatiefactoren in het Nederlandse systeem zijn uitgebreider dan die in de Europese norm (EN 15804+A1). Een belangrijk aspect in de Nederlandse bepalingsmethode is dat biogene CO2-emissies (CO2-opslag) naar de lucht gelijk worden gesteld aan 0. Dit resulteert erin dat biogene CO2-emissies geen impact hebben op de MPG en MPG-2 scores. In de kamerbrief over normering circulair bouwen is benoemd dat op 1 januari 2025 wordt overgegaan op de EN 15804+A2  inclusief nieuwe weegset. Dit betekent dat de nu gecommuniceerde scores voor MPG en MPG-2 in de toekomst gaan wijzigen.

3. Het materiaalgebruik non-virgin en/of biobased is bepaald op basis van gewicht. Doordat het gewicht van onder andere de fundering en de begane grondvloer vaak groot is en hier nog weinig non-virgin en/of biobased materialen worden toegepast, komt het totale percentage relatief laag uit. Exclusief fundering en begane grondvloer stijgt met name bij houtbouwconcepten dit percentage gemiddeld met >20%.

4. Voor de hergebruikpotentie zijn twee scenario’s doorgerekend. Het eerste scenario is conservatief en hanteert forfaitaire waarden zoals voorgeschreven door de NMD. Het tweede scenario onderbouwt de hergebruikpotentie op basis van losmaakbare verbindingen en toegankelijkheid van elementen. Dit scenario heeft als uitgangspunt dat de losmaakbare elementen door de aanbieder worden teruggenomen om her te gebruiken.

5. Tot slot zijn, de resultaten met bijbehorende doorrekeningen van de woningconcepten  een momentopname. De verschillende conceptaanbieders zijn allemaal druk bezig met het verbeteren en/of optimaliseren van de woningconcepten, waardoor dit in de nabije toekomst al kan leiden tot andere verbeterde resultaten.   
Tramkade 26
(2e verdieping)
5211 VB
's-Hertogenbosch
T 085 782 67 68
  •  
  •  
Share This